Een herstelplan is vereist als een pensioenfonds een tekort heeft. Helpt dit? Of is dit een bureaucratisch fenomeen? Voor de snelle mensen die geen tijd nemen om verder te lezen, geef ik alvast het antwoord: het helpt. Maar blijf bidden.
Waarvan is het herstel? Wel, van een tekortsituatie. Daar zijn er 2 van: een reservetekort en een dekkingstekort.
De verplichtingen van een fonds, pensioenen die zijn toegezegd, liggen in de toekomst en worden teruggerekend naar het heden met lange termijnrenteverwachtingen. Die zijn inmiddels gedaald tot 2% over 50 jaar. Het kapitaal van het fonds wordt daardoor gedeeld en het resultaat geeft de dekkingsgraad aan. Een reserve wordt uitgedrukt als percentage van de dekkingsgraad. Ongeveer 15% wordt veilig geacht en dan is er zelfs (bescheiden) indexatie mogelijk. Onder de 15% is er dus sprake van een reservetekort. De ondergrens die nodig wordt geacht, is 4 à 5%. Dus een dekkingsgraad van tegen de 105%. Daaronder is er sprake van een dekkingstekort.
Hoe daarmee om te gaan? Door te bezien of het een tijdelijk of een structureel tekort is. Het herstelplan geeft inzicht daarin. Dit is een plan dat niet alleen tijd en budget in spreadsheets doorwerkt, zoals in projecten gebruikelijk is geworden. Nee, het is meer inhoudelijk.
Eerst worden veronderstellingen gedaan en grenzen bepaald. Het renteniveau is uniek laag en de veronderstelling is dat dat niet permanent is. Voor de verplichtingen bepaalt de toezichthouder de grenzen, doch voor de opbrengst op beleggingen maken we dus het plan. Stel we nemen aan dat de opbrengsten geleidelijk oplopen naar boven de 3% over de komende 10 jaar. Dan gaan we het risico onder de loep nemen. Wat meer risico vergroot de kans op herstel, maar vergroot ook de kans op pech, waardoor de pensioenen gekort moeten worden. Ondergrenzen en risicogrenzen worden bepaald. Dan worden scenario’s doorgerekend om te bezien of het fonds eruit kan komen, of het over 10 jaar kan herstellen tot een dekkingsgraad van 115%. Binnen de gestelde grenzen dus. Als dat klopt, dan heb je een herstelplan.
Dit is een zeer nuttig denkproces. Het voorkomt opportunisme of paniekbeslissingen onder druk. Want door de grenzen vooraf vast te leggen en ongewijzigd te laten, is een referentiepunt gecreëerd dat houvast biedt en de neus op de feiten drukt. Ook als de consequenties vervelend zijn.
Hoe is het nu bij ons? Het herstelplan is gemaakt en goedgekeurd door de toezichthouder (DNB). So far so good. Maar de realiteit is nog donker. Alle westerse nationale banken drukken geld bij in bedragen met 12 nullen. De rente wordt zo omlaag geforceerd. Het fonds moet vanaf februari een negatieve rente gaan betalen op cash. Dat staat u privé wellicht ook te wachten. Tegenkrachten? Iedereen die veel schuld heeft, glundert, politici voorop. Rutte is bijna parmantig in zelfvoldaanheid. Schulden in zuidelijke landen? Geen probleem met bijna 0 rente. Hypotheekhouders grijnzen. Dus dat kan nog wel even duren. Tot eind 2017 zeker, voorspelt men.
Dus daarom het bidden. Voor hogere rente. Want met rentes onder de 0,5% klopt het pensioenplaatje niet. Dan gaan we een flinke korting van de pensioenrechten tegemoet. Bid voor een redelijke rente. En vraag of ze ophouden met geld drukken.
Wim Heukels
Wilt u reageren op deze column? Stuur dan een e-mail naar column-pensioenfonds.bnl@capgemini.com.
Eerdere columns:
- Huilende weduwen (9-oktober-2015)
- De bovenmeester (17 september 2015)
- Ieder voor zich (2) (26 juni 2015)
- Ieder voor zich (1) (17 juni 2015)
- Stroop trekt vliegen (13 april 2015)
- Ik wil mijn geld terug (6 maart 2015)
- Plantsoenendienst (2 februari 2015)
- Hallo, is daar nog iemand? (23 december 2014)
- De hond in de pot (27 november 2014)
- Meer gegarandeerd minder (24 oktober 2014)
- Tumult op leeftijd (26 september 2014)
- Over procentjes over procentjes (29 augustus 2014)
- Collectief, een vies woord of nuttig? (28 juli 2014)
- Pensioen is geen rocket science (4 juli 2014)