Stroop trekt vliegen

(13-4-2015)

Zet ergens een flinke pot met lekkers neer en je zult zien: er komt heel wat op af. De pensioenpotten in Nederland zijn samen inmiddels ruim 1200 miljard. Allerlei ideeën over wat je daar allemaal mee zou kunnen doen, zijn al geventileerd.

In de jaren ‘80 en ‘90 van de vorige eeuw kwamen de pensioenvermogens in de belangstelling. De economische groei en fiscale begunstiging maakten de omvang interessant en men sprak al van institutionele beleggers. Die werden partij in de markt van investeringen. Maar ook voorstellen voor investeringen werden gedaan door mensen die wel wat konden gebruiken. Potten met geld brengen altijd kriebels bij mensen die slecht kunnen wachten. Ministers, vakbonden, economen en politieke partijen: belangstelling genoeg. Vooral economen zijn altijd creatief met andermans geld.
Wat iedereen irriteerde, was dat de beleggingen niet altijd in Nederland werden gedaan. Als de economische vooruitzichten in de VS beter waren dan hier, schoven de slimmere fondsen de gelden naar investeringen aldaar. De taak van een fonds is immers een goed rendement. Maar ergens ontstond het idee dat het toch een soort nationaal bezit is, in plaats van spaargeld van individuen voor hun oude dag.

Al snel kwamen ideeën om infrastructuur te financieren met pensioengelden. Bruggen, wegen, woningbouw etc. Met wetten die dan een percentage opleggen voor “nationale investeringen”. Dit idee komt elke 10 jaar terug. Gevaarlijker zijn opwellingen om bij tekorten of flauwtes in de economie richting pensioengelden te kijken. Zo was er de theorie dat pensioenvermogens eigenlijk uitgestelde belastinggelden bevatten. En die zou je dus ineens kunnen voorheffen nietwaar, dat geeft ruimte. Ook het extra heffen bij het uitkeren van pensioenen is regelmatig door politieke partijen geopperd. Een herverdeling achteraf; wie gespaard heeft moet extra betalen. Dit is door de kiezer altijd in de kiem gesmoord: wie het opperde, kreeg er van langs. Het laatste idee van Wouter Bos was om wat sociale premie te heffen op de aanvullende pensioenen. Niet geheel onredelijk, want de pensioenbedragen zijn bij inleg vrijgesteld. Maar na een verkiezingsafstraffing was de gedachte weg.

Toch worden de potten nu geplunderd. Het is niet planmatig denk ik, geen complot. Maar het had er een kunnen zijn. Het werkt zo:
door de crisis van 2008 is wereldwijd gereageerd met het scheppen van ongekende hoeveelheden geld. Daarmee is de rente geforceerd tot recordlaagtes gebracht, waardoor overheden hun schulden tegen bijna nul kunnen financieren. De term financiële repressie is hiervoor uitgevonden. Pensioenfondsen rekenen op een opbrengst op de ingelegde gelden. Historisch 4% maar met 3% kunnen ze ook nog alle verplichtingen (toegezegde pensioenen) behoorlijk aan. En dat rekenen is wel op lange termijn, dus een lage periode is te overkomen.
Maar nu de volgende stap: de toezichthouder dwingt om op de actuele rentevoet de verplichtingen over de lange termijn te berekenen. Dus rekenen dat de extreem lage rente zo blijft. Dan zakt de dekkingsgraad (de verhouding tussen vermogen en verplichtingen) dus dramatisch.
Dan de derde stap: als de dekkingsgraad laag wordt, stelt de toezichthouder dat er geen risicovolle beleggingen mogen plaatsvinden. De risicoruimte is afhankelijk van de dekkingsgraad. Voor de goed orde: aandelen Koninklijke Olie worden als risicovol gezien. De fondsen zijn dus gedwongen in veilige vastrentende waarden te beleggen. Wat zijn dat? U raadt het: Nederlandse staatsleningen. Duitse mogen ook nog wel.
En daar is de cirkel rond. De Nederlandse staatsschuld wordt tegen zeer lage kosten gefinancierd door het afromen van de rendementen van de pensioenpotten.

Het zal wel nodig zijn, maar het moet niet te lang duren. Dat geld bijdrukken kon wel eens als cocaïne werken. En het zou helpen, voor mij althans, als Mark Rutte er wat minder bij stond te lachen.

Wim Heukels

wim-heukels.jpg



Wilt u reageren op deze column? Stuur dan een e-mail naar column-pensioenfonds.bnl@capgemini.com.

Eerdere columns: