Hallo, is daar nog iemand?

(23-12-2014)

Jarenlang wordt er geld voor je gestort bij achtenswaardige instellingen. Verzekeringsmaatschappijen of pensioenfondsen. Er komen wel eens brieven en overzichten, met een of andere naam eronder. En met cijfers over de opgebouwde rechten. Die kloppen doorgaans, als je de spullen erbij zoekt en controleert.
Maar als je nu over 30 of 40 jaar eens wilt bellen hoe het ermee is, naar wie moet je dan vragen? De mensen van wie je de namen hebt, werken er niet meer. Zij zijn inmiddels gepensioneerd of misschien overleden. Is er eigenlijk nog wel een telefoonnummer, adres en zo. En hebben ze een beetje goed op de centen gepast?

De continuïteit van een pensioenfonds is een kwetsbaar punt. Omdat een fonds voor lange periodes, meerdere generaties lang, verplichtingen aangaat en uitkeringen toezegt. De eisen voor continuïteit zijn hoger dan die voor een onderneming. Daarom is het fonds ook zelfstandig, los van de onderneming. Een onderneming kan verkocht worden, iets anders gaan doen of kan zelfs zijn activiteiten staken. Dat kan niet bij een fonds als niemand de verplichtingen overneemt. De continuïteit moet over generaties heen bestaan. Gedurende lange tijd moeten er mensen zijn die actief het fonds besturen en beheren, in het belang van de deelnemers.

De pensioenfondsen in Nederland hebben dit veelal opgelost door ‘onafhankelijke’ bestuursvormen te kiezen. Dat woord onafhankelijk heeft vooral betrekking op onafhankelijkheid van de werkgever. Nuttig, want die heeft vaak geen doelstellingen over generaties heen. Maar helaas is de bestuursvorm ook onafhankelijk geworden van de betrokkenen, de (komende) pensioentrekkers. In besturen en raden van toezicht en dergelijke zitten de Elco Brinkmans van deze wereld en het oudere vakbondskader. Bij het pensioenakkoord van dit jaar gingen de vakbonden pas akkoord toen de invloed (lees: bestuursplaatsen) binnen fondsen verzekerd bleef. Zoals Heers het uitdrukte: “Een vakbond is ook gewoon een bedrijf”. Hij zit met nogal wat overtallig kader. Er is in dat bestuursmodel dan een deelnemersraad, zonder status of bevoegdheden.

30 jaar geleden dachten we er lang over. En kozen radicaal voor een bestuur dat bestond uit deelnemers. Een fonds van en voor deelnemers. Met de hoop dat er decennia later genoeg draagkracht zou zijn.
En het werkt nu nog, gelukkig. Het is allemaal wel ingewikkelder geworden en kost meer bestuurstijd. De buitenwereld oefent flinke druk uit om professionals van buiten op te nemen, tegen ‘marktconforme’ beloningen en zelfs exit vergoedingen (“Niet buitensporig”, adviseert de Federatie). Maar dat moesten we maar eens niet doen. Als je beroepsbestuurders binnenlaat, krijg je ze er nooit meer uit. Dan gaat het met coöptatie, net als in de jaren ‘70.
Nee, goede expertise inhuren natuurlijk, maar besturen, dat kan voorlopig nog wel zelf. De onderneming ondersteunt met faciliteiten en tijd voor de bestuurders. En voor de 3 plaatsen die vacant zijn in bestuur en verantwoordingsorgaan, zijn 10 kandidaten beschikbaar. Mensen die hun tijd en energie beschikbaar stellen voor het fonds: hulde! Zolang dat zo is, kunnen we vooruit.
Beloon ze alstublieft door te stemmen eind deze maand.

Wim Heukels

wim-heukels.jpg



Wilt u reageren op deze column? Stuur dan een e-mail naar column-pensioenfonds.bnl@capgemini.com.

Eerdere columns: