Plantsoenendienst

(2-2-2015)

Nu is eens iets niet de schuld van het kapitalisme. Universeel, tot in Noord-Korea is het geldig: praten over werk wordt beter betaald dan werken. Dat geldt al eeuwen, dus dat moeten we toch maar als natuurwet aannemen. Bijproduct van de beschaving.
In grote IT-projecten is het ook zo. Ik kwam eens bij een project in de opleveringsfase - geld en tijdslimieten waren al royaal overschreden - en telde wie aan de op te leveren eindproducten werkten. 4 van de 30 en, u raadt het, zij waren de laagstbetaalden. Ze kregen ook nog de schuld dat het niet opschoot, dus 2 waren aan het solliciteren.

Mocht u dit gaan toepassen op uw persoonlijke carrière, dan hierbij een waarschuwing: het gevaar bestaat dat het ophoudt. Zeker bij vroeg beginnen met praten, bestaat het gevaar dat u uitgepraat raakt. Van zelf doen en zelf uitproberen is nu eenmaal meer te leren dan van praten. En als u bent uitgepraat, wat dan?
Daar is nu iets op gevonden. De wereld gaat vooruit. De uitvinding is kijken naar werk. Dat kun je tot je 90ste volhouden. Het heet formeel toezichthouden. Een groeiende, bloeiende activiteit in alle sectoren. Zelfrijzend bakmeel noemt Tamminga het. Er zijn zelfs opleidingen tot toezichthouder.

Het begin is altijd logisch. De pensioensector kende in de jaren ‘80 en ‘90 scheefgroei, die door de hoge rentes (tot 10%) werd gecamoufleerd. Coöptatie in besturen, met ongelimiteerde bestuurstermijnen. Eigen organisaties met directies en mislukte IT-ontwikkelingen. Een fonds kocht een flink woestijngebied in Nevada waar het al een eeuw niet geregend had. Dus waren toezicht en strenge richtlijnen gewenst.
Dat deed De Nederlandsche Bank (DNB). Met verve en kracht, ondanks hier en daar flink verzet. Vervolgens werden uniforme rekenregels opgesteld, zodat problemen niet meer op de lange baan kunnen worden geschoven. Noodzakelijk en nuttig. Maar toen….
Toen was de geest uit de fles natuurlijk. Ook in andere sectoren viel wel wat op te ruimen en het fenomeen toezichthouder is sindsdien niet meer weg te denken. Gewoon een wet aannemen of een richtlijn uitvaardigen, is er niet meer bij. Je mag immers niet verwachten dat mensen dat dan gewoon doen. Niets gaat meer goed zonder toezicht.

Bovenop de interne controles bij AZL (onze pensioenuitvoerder) en de berekeningen van hun actuaris, is er een certificerend actuaris. Het bestuur van het fonds wordt door een verantwoordingsorgaan bevraagd en er is de jaarlijkse toetsing door een onafhankelijke visitatiecommissie. De accountant reist met een team naar AZL en rekent alles nog eens na. Zou het dan een beetje kloppen allemaal? Nee, DNB wil maandelijkse rapporten, kwartaalverslagen en jaarlijkse boekwerken. En ze sturen vragenlijsten over alle denkbare ontwikkelingen. Voor bestuursleden is er een profiel - een beetje ideale mensbeschrijving waarbij Nelson Mandela en Albert Einstein geen kans zouden hebben. DNB moet bestuursleden goedkeuren.
Het summum is nu de wet Pensioencommunicatie. Communicatie heeft weer een eigen toezichthouder, de AFM. U weet wel, die autoriteit die een eigen Raad van Toezicht heeft, die weer toezicht krijgt op de nevenfuncties van de leden. Kijken naar werk tot de 3e macht. Het is de plantsoendienst: 1 man werkt en 2 man kijken.

Wim Heukels

wim-heukels.jpg



Wilt u reageren op deze column? Stuur dan een e-mail naar column-pensioenfonds.bnl@capgemini.com.

Eerdere columns: